Te lange teksten, facebook-foto’s, pdf’s … als copywriter of opdrachtgever sta je er niet bij stil, maar door onderstaande 11 dingen te doen, maak je het leven van een grafisch vormgever soms tot een hel.
1. Te lange teksten aanleveren
Eén A4-pagina kan je vullen met 3.000 tekens inclusief spaties of 400 woorden. Maar uiteraard wil je daar als klant ook graag een grote foto, een quote en een kaderstuk bij. Al die grafische elementen vragen ook ruimte. En daar houdt een copywriter of een opdrachtgever niet altijd rekening mee.
Vooral bij het ontwerpen van een A5-flyer krijg ik regelmatig 1 A4 tekst aangeleverd. De klant wil op een halve pagina alles kwijt over de workshop, het programma, zijn organisatie, de logo’s van alle partners, getuigenissen van ex-deelnemers, praktische info, wegomschrijving, de url’s van alle social media-kanalen en een paar sfeerbeelden. Komt helemaal niet in orde.
2. Geen beeldmateriaal
Een beeld zegt meer dan 1.000 woorden. Het is een cliché dat we allemaal kennen. Maar het is een cliché dat klopt. Een facebook-, LinkedIn- of twitter-post wordt drie keer meer bekeken wanneer er een beeld bijstaat.
Pexels, Unsplash … op het internet vind je tal van fotobanken met auteursrechtvrije beelden. Voor mij zijn ze een geschenk uit de hemel omdat ik regelmatig voor klanten werk met een beperkt budget en dus niet altijd een professionele fotograaf kunnen inhuren. Maar jammer genoeg vind ik op die platformen niet altijd wat ik nodig heb.
Ik vraag aan mijn collega’s en klanten altijd om zelf een paar foto’s te nemen wanneer ze op een event zijn. Ik weet het, het zijn niet altijd de beste beelden, maar ik moet ook eerlijk bekennen: velen van hen hebben wel een fotografisch oog.
Alleen jammer dat ze tijdens het event vergeten om foto’s te nemen, want ja … ze waren aan het netwerken, aan het luisteren naar de sprekers of ze vinden dat ze toch geen talent hebben om foto’s te nemen.
3. Lage resolutiebeelden
De termen lage resolutie en hoge resolutie zeggen je waarschijnlijk weinig. En dat is niet erg. Het enige dat je moet weten is dat als je foto’s neemt, je die altijd in het grootst mogelijk formaat moet maken. Een foto kan je verkleinen, maar niet vergroten. Dan wordt die onscherp.
Ik heb ooit eens een ceo geïnterviewd die een paar weken op handelsmissie was geweest in Azië. Je zou dan toch verwachten dat die een fototoestel meeneemt. Maar neen, hij had enkel zijn smartphone mee. Kan ik ergens nog begrijpen, want bagage beperken en zo. Maar dat je dan beslist om je foto’s in het kleinste formaat op te slaan om geheugen te besparen op je toestel … Koop dan een extra geheugenkaart van 10 euro of zet je foto’s regelmatig over op je laptop.
Net hetzelfde probleem bij foto’s van facebook, whatsapp, geplakt in Word … Je foto’s worden dan automatisch opgeslagen in lage resolutie en dus te klein voor drukwerk. Stuur je foto’s door via WeTransfer. Gratis, veilig en gemakkelijk.
4. Blauw is de kleur
Wij kunnen ongeveer 1 miljoen kleuren zien. Maar als ik aan een klant vraag welke kleur hij prefereert, dan is het antwoord 9 op de 10 keer: blauw.
Blauw is een veilige kleur, blauw is een kleur die iedereen graag ziet, maar met blauw val je dus ook niet op, want iedereen gebruikt het.
5. De tekst nog snel, snel aanpassen
Schrijf je tekst in Word, steek geen moeite in de opmaak want ik doe toch mijn ding in Indesign en lever je tekst pas aan als die goedgekeurd is door het hele team. Dan pas start ik met de opmaak. Het is een advies dat ik al mijn klanten op het hart druk.
Maar terwijl ik dat zeg, weet ik dat dat een utopie is. Ik weet niet waaraan het precies ligt, maar pas als de klant de lay-out ziet, realiseert hij zich dat het voor echt is. Dat het effectief gepubliceerd gaat worden. En dan wordt elke letter met argusogen nagelezen. Een tikfout aanpassen, geen probleem. Maar een volledige paragraaf of nog erger de structuur … Dan is het soms herbeginnen voor mij.
6. Teksten aanleveren in pdf
Met een pdf voorkom je dat de ontvanger je tekst aanpast. Erg handig wanneer je een contract of offerte mailt. Maar stuur je tekst die de ontwerper moet lay-outen alsjeblieft niet door in een pdf. De vormgever moet dan zelf eerst je tekst kopiëren en plakken in Word, zelf alle regels en spaties goed zetten. Hij verliest hier ontzettend veel tijd mee. Stuur je tekst gewoon door in Word. Zo simpel is het.
Dat geldt ook voor persberichten trouwens. Stuur je tekst als Word of geplakt in de mail door naar journalisten. Zij kunnen je bericht dan eenvoudig overnemen.
7. Ken je formaten
Png, jpg, eps, tiff, gif … voor een niet-grafisch vormgever is het inderdaad moeilijk om te weten welk formaat hij moet doorsturen. Volg deze tips en je maakt de dag van je ontwerper telkens goed:
- Foto’s stuur je altijd door in een zo groot mogelijk formaat. Vaak rechtstreeks van je camera. Check dus je camera of het formaat goed staat. Dat geldt ook voor illustraties.
- Stuur logo’s altijd door als .eps. Vraag desnoods aan de maker van je logo naar het origineel ontwerp. Nog een tips: plaats je logo in verschillende extensies op je online perspagina. Dan hoeft een externe ontwerper je niet meer lastig te vallen met deze vraag.
8. Volledig gelay-out in word
Dankzij de talloze online programma’s zoals Canvas, waant iedereen zich ontwerper. Wat is er zo moeilijk aan om tekst en een foto te plaatsen op een wit vlak, denken ze. Ik daag je uit om dat ontwerp te sturen naar je drukker. Die zal je snel bellen met nog wat vragen.
Regelmatig krijg ik van de klant een volledig afgewerkte flyer … in Word. Met de boodschap: we willen het precies zo. Kan je het aan de helft van de prijs doen, want wij hebben het al voor jou gemaakt.
Maar wat ze niet zien is dat hun flyer gemaakt is op A4-formaat in plaats van op A5, dat hun tekstkaders versprongen zijn omdat ik het lettertype niet heb dat zij hebben gebruikt en dat de foto’s op een verkeerde manier verkleind zijn (lees: brede, platgedrukte hoofden). Om dan nog maar te zwijgen over de algemene look and feel.
Laat de specialist zijn werk doen. Je vertelt toch ook niet aan je bakker hoe hij zijn brood moet bakken?
9. Zelf aanpassen
Ik heb ooit eens de vraag gekregen om een flyer te maken in Publisher in plaats van Indesign, want dan kon de klant die flyer zelf aanpassen. Bij de volgende druk stond plots ook een cartoon van Garfield op het drukwerk. Vond hij mooi. Ik niet. En trouwens, dat mag ook niet. Maar over auteursrecht ga ik het vandaag niet hebben.
Uiteraard mag je aan de ontwerper vragen of je jouw tekst nog eens mag nalezen in Indesign zelf. Op de redactie waar ik werkte, was dat zo. Maar de vormgever controleerde dan nog eens altijd de spaties, alineëring, interlinie … en of er geen tekst was weggevallen.
10. Zelf drukken
Waarom naar de drukker stappen, wanneer je zelf een printer hebt? Lekker goedkoop en snel. Nou ik geef je één reden: het oogt professioneel. Het papier is van betere kwaliteit, de kleuren zijn helderder, je teksten scherper en je werk is aflopend.
Ik weet niet hoe de printer het weet wanneer ik hem op zijn beste niveau wil, maar als ik flyers moet printen, zorgt hij er steevast voor dat hij het papier lichtjes schuin grijpt of een vette inkstreep- of vlek achterlaat op een ongelukkige plaats. En dan zwijg ik nog over de 4 ongelijke witranden.
11. Dat is niet de kleur
Je hebt schermkleuren en je hebt drukkleuren. En die twee kan je niet met elkaar vergelijken. Hoe dat precies zit, leg ik weleens uit in een volgend artikel.
Wat je nu moet weten is dat kleur op je scherm altijd lichter oogt dan op papier. Op je scherm worden kleuren gemaakt door licht, op papier door inkt.
Verwacht dus niet van je drukwerk dat het exact hetzelfde eruit zal zien zoals op je scherm. Dat is onmogelijk. Tenzij je vormgever kallibratie-apparatuur heeft. Maar die kans is eerder klein.
En verwacht dat zeker niet, wanneer je de folder print op je eigen printer.
Nog vragen?
Werk je regelmatig met vormgevers en heb je een specifieke vraag? Laat dan zeker een reactie achter. Ik antwoord jouw vraag dan zeker in een volgende blogpost.